Dit is onze visie op de sociaal emotionele ontwikkeling van onze leerlingen.
Inleiding
Op onze school is er extra aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen.
We merken immers dat vele kinderen regelmatig faalervaringen hebben beleefd/gekend.
Hierdoor hebben ze vaak een verminderd zelfvertrouwen, een negatief zelfbeeld en een negatieve zelfwaardering. We zijn ons ervan bewust dat kinderen pas ten volle kunnen functioneren wanneer hun welbevinden in orde is. We beseffen ook dat het vaak lang duurt om hun zelfvertrouwen en zelfwaardering weer op te bouwen.
Het is voor de kinderen van het type basisaanbod ook belangrijk om ondersteund te worden in hun leerproces: zij kunnen bepaalde attitudes, bepaalde aspecten van sociale vaardigheden en bepaalde basisinzichten soms niet spontaan verwerven en moeten deze aangeleerd krijgen.
De dynamisch-affectieve ontwikkeling
De kinderen moeten zich gedurende hun schoolloopbaan bewust worden van hun kwaliteiten en beperkingen. Zelfwaardering en zelfbeeld spelen een belangrijke rol om te komen tot leren. Wij trachten hier met onze kinderen aan te werken door tegemoet te komen aan de basisbehoeften van de kinderen. Ieder kind heeft drie basisbehoeften. Ze willen zichzelf als competent ervaren, willen zelf keuzes kunnen maken (autonomie) en hebben behoefte aan sociale ondersteuning.
Iedereen wil dat anderen hem of haar de moeite waard vinden. Daarom investeren we in een positieve zelfwaardering van de kinderen en zo ook in het welbevinden van de kinderen. Iedere leerkracht probeert samen met de kinderen te werken aan een open en veilig leerklimaat, waarbij het kind zich openstelt voor onderwijs en waarbij de leerkracht opbouwende feedback geeft. Niet alleen de relatie tussen leerkracht en kind is hier belangrijk. Ook kinderen onderling kunnen elkaar hierbij ondersteunen door middel van actieve werkvormen.
De ontwikkeling van de sociale cognitie
Het is belangrijk dat kinderen een aantal basisvaardigheden verwerven in het herkennen en beoordelen van de sociale werkelijkheid.
Deze basisvaardigheden worden gekoppeld aan de beginsituatie van het kind.
We delen ze op in vijf trapjes, waarbij de laatste trap ons streefdoel is.
De theorie wordt daarbij omgezet naar de praktijk.
- De leerlingen kunnen de basisgevoelens benoemen en deze herkennen bij zichzelf en anderen. We willen leerlingen hierbij ook bewust leren omgaan met deze gevoelens, zodat zij deze kunnen reguleren (zelfcontrole).
- De leerlingen weten dat die basisgevoelens situatie- en persoonsgebonden zijn.
- De leerlingen kunnen zich inleven in levensechte situaties.
- De leerlingen kunnen hierbij ook rekening houden met de perspectieven van anderen.
- De leerlingen kunnen oplossingen voor een sociaal probleem bedenken en deze oplossingen nadien evalueren.
De ontwikkeling van sociale vaardigheden en competentie
We streven naar gepast sociaal gedrag, waarbij voldaan wordt aan de sociale waarden en normen. De kinderen leren geleidelijk aan het belang van mogelijk relevante contextelementen herkennen en in functie daarvan een gepaste sociale handeling te stellen.
De leerkracht doet ertoe
Omdat ieder kind uniek is, zal de ontwikkeling van sociale vaardigheden bij iedereen anders verlopen. De rol van de leerkracht is hierin erg belangrijk. De leerkracht heeft een modelfunctie en geeft ieder kind de begeleiding die het nodig heeft. Er wordt bewust tijd genomen om sociale situaties te bespreken indien dit wenselijk is. Zo probeert men vanuit de ervaringen van de kinderen een leerproces op gang te brengen.
Wij vinden het belangrijk om het welbevinden van de leerlingen te stimuleren om zo de totale ontwikkeling van de kinderen te bevorderen.
Bij ons krijgt elk kind de kans om kind te zijn.